Over Sint Jacobus, de Jacobuslegende en Compostela

 

De apostel Jacobus “de Meerdere” werd na Petrus en Andreas samen met zijn broer Johannes door Jezus geroepen om “visser van mensen” te worden.

Jacobus en Johannes zijn de zonen van Zebedeus en ze worden “donderzonen” genoemd. Petrus, Jacobus en Johannes namen een bijzondere plaats in te midden van de twaalf apostelen. Zij waren aanwezig bij de verheerlijking van Jezus op de berg, ze waren bij hem in de Hof van Olijven. In de tijd na Jezus vervult Jacobus een belangrijke rol als een van de leiders van de eerste Christengemeente in Jeruzalem. In de Codex Calixtinus, een handschrift voor pelgrims uit de 12e eeuw, wordt vermeld dat de apostel Jacobus in Spanje missiewerk heeft gedaan en later naar Jeruzalem is teruggekeerd. Het Bijbelboek Handelingen van de Apostelen meldt dat koning Herodes Agrippa I (kleinzoon van koning Herodes ten tijde van Jezus’ geboorte) Jacobus liet arresteren, mishandelen en met het zwaard onthoofden.

De oude Jacobuslegende vertelt dat na zijn dood twee van zijn leerlingen, Athanasius en Theodorus, het stoffelijk overschot van Jacobus meenamen in een boot over zee, begeleid door engelen, zeilend naar Galicië in Noordwest Spanje.

In Iria Flavia, het tegenwoordige Padron, 20 km van Santiago is het lichaam van Jacobus aan land gebracht en op 25 juli naar de plaats gebracht die nu Sant Iago (St. Jacobus) is. In de 9e eeuw werd het gebeente teruggevonden op een veld met sterren erboven: “Compo-stela”. Onder het hoofdaltaar in de huidige grote kathedraal van Santiago is de crypte van Jacobus. De pelgrimstochten brachten vanaf de Middeleeuwen al zeer velen vanuit heel Europa langs de “Camino”, een van de gemarkeerde pelgrimswegen naar Jacobus. De heilige en zijn pelgrims worden afgebeeld met pelgrimshoed, Jacobsschelp, staf en kalebas met water: mensen onderweg in de geest van Jezus…..              

schelprkleur3